Orthopedie2019-07-14T17:24:10+00:00

Orthopedie

Kreupelheid

Als je paard kreupel loopt kan dat heel veel verschillende oorzaken hebben. Door middel van een uitgebreid kreupelheidsonderzoek, aangevuld met röntgenfoto’s en/of echografie, proberen we de oorzaak te achterhalen. Want pas als we weten wat de oorzaak van de kreupelheid is kunnen we een gerichte behandeling instellen.

Op onze kliniek beschikken we over de juiste faciliteiten om het kreupelheidsonderzoek zo nauwkeurig mogelijk uit te voeren.

Hoefbevangenheid

Acute hoefbevangenheid is een spoedgeval. Alle paarden kunnen hoefbevangen worden, al zijn bepaalde rassen gevoeliger dan anderen. Hoefbevangenheid ontstaat door een verstoring van de bloedsomloop in de hoef. Door samentrekking van, en bloedpropvorming in, de bloedvaatjes hoopt zich zoveel bloed op in het gebied tussen de hoefwand en het hoefbeen dat de verbinding tussen beiden verloren gaat. Hierdoor zakt het hoefbeen uit de hoornschoen en komt op de hoornzool, met hevige pijn tot gevolg.

Oorzaak

In het verleden werd vaak gedacht dat hoefbevangenheid een vorm van eiwitvergiftiging was. Tegenwoordig weten we echter dat niet het eiwit in het jonge gras de boosdoener is, maar de suikers in het (jonge) gras. De ziekte wordt vooral gezien bij de combinatie van prachtig zonnig weer overdag en erg koude nachten met zelfs nachtvorst. Normaal vormt jong gras overdag onder invloed van zonlicht suikers. Deze worden gedurende de nacht opgebruikt om eiwitten en celwanden te produceren zodat het gras groeit. Door de koude nachten na de zonnige dagen (mn in het voor- en najaar) worden deze suikers ’s nachts niet omgezet in eiwit en celwanden. Daardoor zit er ’s morgens nog steeds veel suiker in het gras. In de daarop volgende zonnige dag wordt er dan nog meer suiker gevormd enz.  Wanneer een paard plotseling heel veel suiker opneemt komt er zoveel suiker in de dikke darm dat de daar aanwezige bacterien die leven van suikers zich als het ware doodgroeien. Hierbij komen gifstoffen vrij die vervolgens via het bloed in de bloedvaatjes van de hoefwand terecht komen.

Hoefbevangenheid kan dus veroorzaakt worden door een overvloedige opname van fructanen (= suikers in het gras), door het eten van heel veel krachtvoer (ook suikers) maar ook door het vrijkomen van chemische toxinen uit bijvoorbeeld de darm of de baarmoeder (bv bij ernstige koliek of baarmoederontsteking). Ook het toedienen van bepaalde medicijnen kan hoefbevangenheid veroorzaken.

Insulineresistentie

Naast een plotselinge grote opname van suikers komt een regelmatig te hoge suikeropname veel vaker voor als oorzaak van hoefbevangenheid. Deze aandoening is vergelijkbaar met suikerziekte type 2 bij mensen. Het gaat hierbij om een stofwisselingsziekte; Equine Metabool Syndroom (EMS). EMS berust op een langdurige verstrekking van te veel suikers waardoor de glucosespiegel in het bloed stijgt. Als gevolg hiervan gaat de alvleesklier insuline produceren, met behulp van insuline nemen de lichaamscellen glucose op uit het bloed, hierdoor daalt de glucosespiegel weer. Duurt deze insulinestijging echter te lang, dan worden de cellen minder gevoelig voor insuline. Dit noemen we ‘insulineresistentie’. Dan moet er dus, om hetzelfde effect te bereiken, meer insuline geproduceerd worden. Paarden met EMS lopen op den duur het risico dat de geproduceerde insuline niet meer in staat is de glucosespiegel voldoende naar beneden te brengen, met hoefbevangenheid tot gevolg. U

it onderzoek in de VS blijkt dat insulineresistentie kan worden vastgesteld door het meten van de hoeveelheid insuline in het bloed nadat het paard 12 uur geen suikerrijk krachtvoer of gras heeft gegeten. Insulineresistentie is te genezen als de voeding (lagere suikergift) en training (minimaal 1 uur per dag) worden aangepast. EMS gaat meestal gepaard met overgewicht. Bij bepaalde rassen, mn Welsh pony’s, Cobs, Shetlanders, New Foresters en Ijslanders komt insulineresistentie beduidend vaker voor.

Symptomen

Symptomen van hoefbevangenheid zijn kreupelheid, gewicht verplaatsen van het ene op het andere voorbeen, opwippen van de toon tijdens lopen, verhoogde gevoeligheid van de hoef bij visitatie/percussie, digitale pols en in ernstige gevallen een verhoogde hartslag en geen eetlust.

Behandeling

Een hoefbevangen paard/pony moet zo min mogelijk verplaatst worden. Hij staat het meest comfortabel in natte zand/modder. De behandeling bestaat uit pijnstilling, bloedverdunners, gelimiteerd voeren en (stal-)rust. In het acute stadium moet de hoefijzers worden verwijderd. Later kan eventueel een aangepast hoefbeslag worden aangelegd.

Met behulp van rontgenfoto’s kan bekeken worden of het hoefbeen al dan niet gekanteld en/of gezakt is. Dit is van belang voor de prognose van de pony/het paard. Hoefbevangenheid is een spoedgeval! Hoe sneller het paard behandeld wordt, hoe kleiner de kans op blijvende schade!

Gewrichtsaandoeningen

Een gewricht is de verbinding tussen twee of meer bij elkaar horende botten. De uiteinden hiervan zijn met kraakbeen bekleed. De botten worden bij elkaar gehouden door het gewrichtskapsel. Het kraakbeen is veerkrachtig en zorgt voor een mooi glad oppervlak van de botuiteinden en bescherming van het onderliggende bot. Door het gladde oppervlak kunnen de botten ten op zichte van elkaar gemakkelijk bewegen. Doordat het kraakbeen een veerkrachtige, sponsachtige structuur heeft zorgt het voor het opvangen van schokken. De binnenkant van het gewrichtskapsel is bekleed met een vlies, het synoviaal membraan. Hier wordt de synoviale vloeistof aangemaakt. De synoviale vloeistof voedt het kraakbeen.

Osteochondrose is een groeistoornis, een locale verstoring in de rijping en verbening van het kraakbeen. Dit zorgt voor verzwakking en scheuren. Indien de verstoring ernstig genoeg is ontstaan losse stukjes kraakbeen, al dan niet verbeend, los in het gewricht. Deze stukjes kraakbeen worden ‘chips’ genoemd. Men spreekt dan van osteochondrose dissecans (OCD). OC(D) is op een rontgenfoto zichtbaar. OC komt veel voor bij sportpaarden, de kans op ontwikkeling van OC is ten dele erfelijk bepaald. OC komt meer voor bij snelgroeiende paarden met een hoog lichaamsgewicht. Overtrainen op jonge leeftijd is ook een risicofactor. Het sprong- en kniegewricht zijn de meest aangedane plaatsen. OC leidt niet altijd tot kreupelheid.

Artrose ontstaat wanneer het evenwicht tussen afbraak en opbouw van kraakbeen niet meer in balans is. Wanneer de belasting groter is dan de belastbaarheid wordt het evenwicht verstoord en neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Dit proces kan acuut op gang komen door een blessure. Bij artrose verandert de vorm van het kraakbeen en neemt de hoeveelheid kraakbeencellen af. Artrose is (meestal) goed zichtbaar op een röntgenfoto.

Hoefkatrolontsteking

Deze aandoening is multifactorieel; artrose van de hoef en ontsteking van de slijmbeurs en banden spelen een rol. Het ontstaan van de ontsteking is een gevolg van slijtage door ouderdom en zware belasting. Ook de erfelijke factor speelt een grote rol; smalle en steile hoeven zijn gepredisponeerd. Na rust is er vaak verbetering van de klachten. De problemen verergeren vaak in de loop van de tijd.

Spat

Spat is een aandoening van het spronggewricht waarbij de onderste geledingen van het spronggewricht ontstoken zijn. Spat is een artrotische aandoening. De ontsteking gaat vaak gepaard met botwoekeringen. Afhankelijk van de ernst van het probleem loopt het paard licht stijf tot kreupel. Na verloop van tijd, als het hele gewricht is volgewoekerd kan het paard weer verbeteren. De mate van botwoekering kan vastgesteld worden op een röntgenfoto van het spronggewricht.

  • Erkend paardenartsen

  • 24/7 bereikbaar

  • Alle faciliteiten in huis