Vaccinaties
Influenza
Influenza (=griep) wordt veroorzaakt door het influenzavirus en is een zeer besmettelijke ziekte die bij paarden en pony’s over de hele wereld voorkomt. De symptomen van een influenza-infectie zijn hoge koorts en acute respiratoire problemen (o.a. hoesten en een snotneus). Doordat influenza een voorbereidende rol kan spelen bij het aanslaan van andere respiratoire agentia, kan de ziekte leiden tot chronische luchtwegproblemen. Om te zorgen voor een goede weerstand moet elk paard minimaal één keer per jaar gevaccineerd worden tegen influenza. Paarden die veel reizen, meedoen aan (internationale) wedstrijden en vaak met andere paarden in aanraking komen kunnen beter twee keer per jaar gevaccineerd worden.
Voor wedstrijden geldt een verplichte jaarlijkse hervaccinatie (binnen 365 dagen) na een correcte basisenting. De basisenting bestaat uit een dubbele enting met een tussen tijd van minimaal 21 en maximaal 91 dagen. Voor het veulen geldt dat de eerste enting op een leeftijd van vijf tot zes maanden toegediend moet worden. Na een maand volgt de tweede enting en vervolgens na 6 maanden de derde enting. Dit geldt echter alleen als de merrie goed gevaccineerd is. Het veulen heeft dan de eerste maanden voldoende antistoffen via de biest gekregen. Is de merrie niet voldoende gevaccineerd, dan dient het veulen al op jongere leeftijd zijn eerste vaccinatie te krijgen. Optimaal is om bij een drachtige merrie in de 9e maand van de dracht de vaccinatie tegen influenza en tetanus te herhalen. Tegen de tijd dat het veulen geboren wordt , worden er dan voldoende antistoffen tegen deze ziekten in de biest aan het veulen doorgegeven.
Tetanus
Tetanus is een vaak fataal verlopende neurologische aandoening die veroorzaakt wordt door een neuro-toxine, geproduceerd door de bacterie Clostridium tetanie. De bacterie dringt via wonden binnen. Een infectie kan ontstaan na een diepe steekwond (bv nageltred) of na een wondinfectie met veel weefselverval. Paarden zijn erg gevoelig voor deze bacterie en kunnen er aan sterven. De bacterie komt overal om ons heen voor. In een diepe wond gaat de bacterie zich vermeerderen en een gifstof (toxine) produceren waardoor in de spieren over het gehele lichaam kramp ontstaat. De tijd tussen het moment van besmetting en de eerste verschijnselen van de ziekte bedraagt meestal 7-10 dagen. De ziekte begint vaak met stijfheid van de kauwspieren (een andere naam voor tetanus is kaakklem). Deze stijfheid breidt zich uit over de spieren van hoofd, hals en benen. Hierna ontstaat het stadium van de kramptoestand. Als de kramp zich uitstrekt over de tussenribspieren kan het paard niet meer ademen en zal hij als gevolg van verstikking sterven. Een preventieve enting is hier dus van levensbelang. Vaak wordt de enting tegen influenza gecombineerd met de tetanusvaccinatie, waardoor bij een frequent geënt paard een goede bescherming gewaarborgd is.
Rhinopneumonie
Rhinopneumonie is een virusziekte bij het paard, die drie verschijningsvormen kent:
- verkoudheidsvorm (Equine HerpesVirus type-4)
- abortusvorm (Equine HerpesVirus type-1)
- neurologische vorm (Equine HerpesVirus type-1)
De verkoudheidsvorm komt zeer regelmatig voor, vooral bij jonge paarden. Deze vorm veroorzaakt koorts en soms een snotneus, hoesten en/of dikke benen. 80 tot 90% van alle paarden komt al vóór de leeftijd van 2 jaar in contact met EHV type-4. Herpesvirussen hebben de typische eigenschap om na infectie slapen in het paard aanwezig te blijven. We zien het bijvoorbeeld ook bij de koortslip bij de mens.
De abortusvorm komt regelmatig voor bij merries en veroorzaakt abortus of zeer zwak geboren veulens die vaak sterven.
De neurologische vorm komt slechts incidenteel voor en veroorzaakt verschijnselen van het zenuwstelsel. Dit begint meestal met een wat slappe staart en ataxie (‘lopen als een dronkeman’). Eventueel kunnen ernstiger verlammingsverschijnselen optreden. Meestal zijn alleen de achterbenen aangetast, maar in de ernstigste gevallen kunnen ook de voorbenen meedoen. Alle paarden in Nederland komen regelmatig met het rhinopneumonie-virus in contact. Het is helaas niet bekend waarom een stal soms getroffen wordt door abortussen of verlammingsproblemen.
Door paarden regelmatig te vaccineren behouden ze een vrij goede weerstand tegen het EHV virus. Zo zijn ze zelf beter beschermd tegen de ziekte, maar zullen ze ook minder virus uitscheiden naar andere paarden. Het vaccineren van de hele stal zorgt voor groepsimmuniteit met als gevolg een betere controle van de Equine HerpesVirus.
Bij een drachtige merrie moet dit in de 5e, 7e en 9e maand van de dracht gebeuren.
Huidschimmel
Wanneer uw paard in contact komt met andere paarden, bijvoorbeeld op een manege, tijdens wedstrijden, shows of keuringen, dan loopt hij het risico een schimmelinfectie op te lopen. Door de spanning die het reizen en de nieuwe ervaringen met zich meebrengen, verlaagt de weerstand van het paard. Door een (te) lage weerstand zijn paarden eerder vatbaar voor schimmelinfecties. De symptomen van een schimmelinfectie zijn opstaande haren, grijs gele korsten, kale plekken aan hoofd, hals, oksel/singelplaats, schoft en rug. Om een schimmelinfectie te behandelen kunt u uw paard wassen met imaverol. Een andere therapie is vaccineren. Dit verkort het genezingsproces met enkele weken en zorgt voor minder ongemak. Daarnaast geeft de vaccinatie een bescherming tegen huidschimmel voor tenminste 9 maanden. Omdat schimmelinfecties erg besmettelijk zijn is het raadzaam eventuele stalgenoten te beschermen door middel van vaccinatie. Schimmelsporen in de omgeving van het paard zijn hardnekkig en kunnen lang overleven. Het is daarom noodzakelijk de omgeving te desinfecteren. Denk hierbij aan (rij-)kleding, borstels, zadel, singel, hoofdstel, zadeldek en deken. De huidschimmel is besmettelijk voor mensen, dus goed uw handen wassen met desinfecterende zeep na het borstelen. Controleer ook uw andere huisdieren op schimmel, zij kunnen ook zijn geïnfecteerd.
Droes
Droes is een besmettelijke keelontsteking die veroorzaakt wordt door de bacterie Streptococcus Equi Equi. Paarden met droes krijgen vaak hoge koorts, een snotneus en vergrootte lymfeklieren in de keel. In de lymfeklieren kunnen abcessen ontstaan die uiteindelijk open springen.
Het is mogelijk om paarden te vaccineren tegen droes. De vaccinatie kan worden toegepast bij paarden vanaf de leeftijd van vier maanden. Het vaccin wordt toegediend door injectie van een kleine dosis in de bovenlip. Basisvaccinatie: twee vaccinaties met een interval van vier weken. Paarden met een hoog risico: herhalingsvaccinatie om de drie maanden.
Paarden met een gemiddeld risico: herhalingsvaccinatie om de zes maanden.
West Nijl Virus
Het West-Nijl Virus (WNV) wordt overgedragen van besmette vogels op zoogdieren door de beet van verschillende soorten muggen, in het bijzonder muggen van de Culex-soort. Vooral paarden en mensen zijn gevoelig voor infectie door het WNV, dat via het bloed naar de hersenen en het ruggenmerg wordt getransporteerd.
Ziekteverschijnselen kunnen binnen 3-15 dagen na besmetting optreden en bestaan uit koorts, slikproblemen, hoofd scheef houden of tegen de muur drukken, struikelen, spierzwakte of spiertrillingen, doelloos of in cirkels lopen en stuiptrekkingen. Voor WNV bestaat geen specifieke behandeling, er kan alleen symptomatisch (= ondersteunend) behandeld worden. Paarden kunnen beschermd worden door vaccinatie.
Erkend paardenartsen
24/7 bereikbaar
Alle faciliteiten in huis